De seizoenschuur

Iedere jaar maken we een planning wat we waar gaan telen. We zorgen ervoor dat er veel microbiële activiteit is in onze bodem door aan teeltafwisseling te doen. We geven een voorbeeld:

we planten groenten op een perceel => nadat de groenten geoogst werden zaaien we gras => we laten onze dieren grazen (natuurlijke mest) => we werken de graszode in, in de bodem (humus) => we planten/zaaien andere groenten dan de teelt hiervoor => we oogsten de groenten => zaaien graan (voeder voor onze dieren) - ….

 

Door aan teeltafwisseling te doen zorgen we eveneens voor een lage ziektedruk waardoor we bijna niet moeten ingrijpen om onze gewassen gezond te houden. We zijn kleinschalig waardoor we dit systeem kunnen bolwerken en onderhouden. Het is ieder jaar een denkpatroon en ieder jaar leren we nog bij. Heel af en toe is er hulp nodig en werken we zoveel als we kunnen met natuurlijke predatoren (bv de larven van de groene gaasvlieg om bladluizen te bestrijden in onze aardbeien). We kweken op een duurzame manier omdat we er alles willen aan doen om het milieu zo min mogelijk te belasten. We beschikken over de stalmest van onze eigen dieren, hierdoor creëren we een voedzame  bodem waar de gewassen hun energie kunnen halen om te groeien. Dit zorgt eveneens voor veel natuurlijke activiteit in de bodem. De granen en grassen die we verbouwen fungeren als eigen veevoeders en de nevenproducten zoals stro zorgen voor een mals ligbed voor onze dieren en aardbeien.